copyright Gerrit Kram (publicatie alleen met toestemming: gerritkram@hotmail.com)







dinsdag 30 november 2010

Het mannetje (2001)

Hij schrijdt als het ware naar voren. Staat dan stil en draait zich half om. Zijn voorkant gericht op een zaaltje vol toehoorders. Zijn ogen dwalen rond en hij perst zijn lippen op elkaar. Dan staat hij doodstil. Hij is een klein mannetje, van zo’n 170 centimeter. Hij is gekleed in een zwart streepjespak, met lichtblauwe das. Hij draagt grijze sokken. Zijn broek lijkt ietsje te kort en aan zijn voeten heeft hij glimmend zwarte instappers met zo’n vetertje op de bovenkant.


Dan draait hij zich om en loopt naar het spreekgestoelte. Hij pakt de automatische klikker van de laptop, die voor hem staat geïnstalleerd en klik. Het verlichte vierkant dat door de beamer op de muur werd geprojecteerd, verandert in een zwart plaatje, waarop een witte grafiek staat uitgebeeld. Op die grafiek loopt een schuine lijn naar boven. Bij het cijfer 8 bereikt de lijn zijn top, om dan heel langzaam te dalen tot de 12. Daarna dondert de lijn naar beneden.

Het mannetje is een professor van een gerenommeerde universiteit in Nederland. Het vertelt van een jarenlange studie op het gebied van arbeid en arbeidsprestatie en van ontdekkingen die er gedaan worden in de lange tijd van onderzoek dat het mannetje achter de rug heeft. Het mannetje is deskundig, althans, dat zegt hij. En het blijkt ook wel door de wijze waarop hij met een grote zekerheid zijn stellingen verkondigt. Elke keer als hij even stil is, en de zaal rond kijkt, zou je kunnen roepen: “zo is het, en niet anders”. Ik denk dat hij, als ik dat zou doen, het heel prettig zou vinden, zulke bijval.

Het mannetje brengt zijn verhaal langzaam naar een hoogtepunt. De uiteindelijke grote vondst. De climax van alle onderzoeken. En ja, daar komt ie. Voorafgegaan door een triomfantelijke blik en een strakke houding waarbij hij ietwat achterover leunt en zijn blikken de zaal in priemt, zegt hij dat hij ontdekt heeft dat een mens slechts 12 jaar productief kan zijn in dezelfde functie. In de eerste jaren is het rendement snel goed. Na acht jaren is het rendement top, om daarna wat af te zwakken. Na 12 jaar daalt het rendement gestaag. Tijd voor vervanging dus. Dan is het mannetje weer stil en kijkt door de zaal. Aanwezige directeuren en bedrijfseigenaars knikken hier en daar. Ze herkennen het wel. Langer dan 12 jaar moet je iemand dus niet op een functie houden. Dan, zo zegt het mannetje de professor zelf, daalt het rendement. Dan is er tijd voor een discussie. In die discussie verdedigt het mannetje zijn stelling met grote felheid en niemand, maar dan ook niemand, krijgt hem van zijn gelijk af. Mensen die eerst twijfelden, houden hun mond. Mensen die het met het mannetje eens zijn, klappen en zeggen tegen elkaar dat het een geweldig onderzoek is. Er worden veel vragen gesteld naar het door het mannetje uitgevoerde onderzoek. Dan, na bijna een uur vragen en discussiëren, vind men het tijd voor de borrel. Langzaam wordt het stiller. Het mannetje geloofd dat hij ook weer vandaag gewonnen heeft. Hij drentelt een rondje voor het spreekgestoelte, waar hij tijdens de speech en het vragen/discussie-uurtje op is blijven staan. Dan sluit hij af. Zijn er nog opmerkingen of vragen, zegt het mannetje resoluut. Ik heb me de hele tijd al staan opvreten. Ik ben het niet met het mannetje eens, maar ja, ik ben geen professor en een professor praat je niet zomaar van zijn hielen. Dan krijg ik een idee. Ik steek mijn hand omhoog. Het mannetje steekt zijn hand in de lucht en wijst met een sierlijk gebaar naar mij. “U had nog een opmerking of vraag”, vraagt hij. “Ik heb een vraag” zeg ik. “Dan wordt dit de laatste vraag van de bijeenkomst” zegt het mannetje en hij wenkt me om me aan te moedigen de vraag te stellen.

“Hoe, eh “, en ik stotter een beetje, “Hoe lang doet u uw werk al” vraag ik met een bescheiden toon in mijn stem. Het mannetje denkt niet na over zijn antwoord. “Twee en dertig jaar” antwoord hij.

Met dit antwoord ben ik tevreden en ik hoor een aantal mensen in de zaal grinnikend lachen.

woensdag 17 november 2010

Teruggevonden

Een versje. Ik kreeg er een prijsje voor (gedichtenbundeltje in het engels)

----------------------------------------------------


En laat mij drijven
op de golven van
de zee,
Waarin ik leg
al dat mij niet laat zijn,
mij vasthoud waar ik ben.
Dan drijf ik zonder
een herinnering aan pijn.
Naar overal, naar nergens
en naar jou


---------------------------------------------------