copyright Gerrit Kram (publicatie alleen met toestemming: gerritkram@hotmail.com)







donderdag 1 april 2010

Ahmed 1998

“Ahmed!!”, zegt hij kordaat en hard en hij steekt zijn hand uitnodigend uit. Ik geef hem een hand en vraag of hij wil zitten. Ahmed is een stevig klein mannetje, van zo’n jaar of 35. Hij zit netjes in een streepjespak met een kleurige oranje das. Zijn ogen zijn bijna zwart en levendig. Hij is Marokkaan. Als hij zit maakt hij enkele complimenten over mijn kantoor. Hij vind het bij mij fris en kleurrijk. Een prima begin van het gesprek. Ahmed komt van een grote “emancipatie-instelling” uit Den Haag. Hij komt polshoogte nemen in de regio, zo vertelt hij. Zij, die instelling dus, zijn tot de ontdekking gekomen dat werkgevers, bedrijven en overheidsinstellingen zich tekort doen, voor wat betreft personeelsbeleid. Ik nodig hem uit dat nader te verklaren en hij vertelt een heel verhaal over een veranderend Nederland, waarin steeds meer mensen wonen met een andere culturele achtergrond. Echter kijkend naar de bedrijven zie je die afspiegeling weinig terug. Daarom moet er voor wat betreft personeelszaken diversiteitbeleid worden ingezet. Bij overheden, maar ook bij bedrijven. “Het is toch te gek, zegt Ahmed, “dat bij Albert Heijn in wijken waar veel allochtonen wonen, nauwelijks allochtoon personeel staat. Dat is niet goed voor het bedrijf. Mensen uit de wijk moeten zich bij zo’n winkel thuis voelen. Dus ander personeel is zeer gewenst.”Maar”opper ik, “bij gewone bedrijven dan. Wat hebben die met een afspiegeling te maken. Die betrekken hun personeel toch van overal”. Maar voor Ahmed geld het ook voor gewone bedrijven. Vooral voor bedrijven die zich met directe dienstverlening naar de klant richten. “Klanten zoeken herkenning” zegt hij stellig. En dan vertelt hij over gemiste kansen bij bedrijven als ze zich niet richten op allochtone sollicitanten, jongeren enzovoort enzovoort. Ik vind Ahmed’s verhaal wel hout snijden en terwijl ik nadenk over zijn woorden vraagt hij me om hem te helpen. Hij heeft contacten nodig met bedrijven in mijn regio, om zijn verhaal te vertellen en die bedrijven te overtuigen van het feit dat ze op een andere manier personeel zouden moeten werven. Wel, ik heb contacten genoeg en ik besluit hem te helpen. Ahmed vertrekt en ik beloof hem spoedig te bellen.


Via mijn contacten met de provincie regel ik dat Achmed mag optreden voor de vergadering van wethouders Sociale Zaken. Verder zorg ik ervoor dat hij datzelfde verhaal kan gaan vertellen aan het netwerkoverleg van de VNO/NCW. In het laatste geval is het een volle zaal met werkgevers, het hol van de leeuw dus.

Ahmed vertelt zijn verhaal vol enthousiasme en overtuiging. Hij dringt door tot de harten van zijn toehoorders. Ik zie dat hij mensen tot nadenken zet en ja, zelfs lekker maakt om “fiversiteitsbeleid” in te voeren. Mij valt het op dat zelfs bedrijven geïnteresseerd zijn. Ze stellen vele vragen. Ahmed wordt hierbij geholpen door bedrijven die al lang, en naar tevredenheid, met allochtoon personeel werken. Natuurlijk, ze hebben andere gebruiken, maar toch, via begrip is er een prima werkrelatie met deze mensen op te bouwen. En daarnaast, voorar in dienstverlening, is het toch verschrikkelijk handig als klanten zich in jouw personeel kunnen herkennen. Na de bijeenkomsten worden agenda’s getrokken en afspraken gemaakt. Ahmed is zeer tevreden. Na de werkgeversbijeenkomst wordt er een borrel geschonken en ook daar laat Ahmed zien dat andere culturen anders kunnen zijn. Hijzelf is moslim, dus geen alcohol. “Weer een voordeel” zegt Ahmed, waarmee hij het “niet alcohol drinken” omdraait in een voordeel voor het bedrijf. Ik vind Ahmed slim. Ik mag die jongen. In de drie maanden die volgen trekt Ahmed door de regio heen. Af en toe zie ik hem als hij even binnen komt wippen voor een kop thee. Dan vertelt hij van zijn activiteiten en van zijn successen. Ik vind het leuk dat hij aan me denkt. Dat hij af en toe binnen komt wippen voor een bak thee. Ahmed is toch wel het voorbeeld van een goed aangepaste Marokkaan.

Een half jaartje later ben ik in Den Haag. Ik heb een vergadering bijgewoond op het Ministerie van Economische zaken. Leuke bespreking was het. Als ik na d elunch naar huis rij denk ik: “kom, zal ik ook eens bij Ahmed binnenvallen”. Ik besluit dat te doen. Ik rijd naar de stichting waar Ahmed werkt en meld me bij de portier. Ahmed is er en ik mag verder naar de 1e verdieping, kamer 103. Ik kom daar binnen in een soort kleine kantoortuin. Het is een zaaltje waarin tenminste 10 bureaus rommelig door elkaar staan, met her en der een plantenbak. In het midden staat een grote vergadertafel. Ik loop naar die tafel toe, omdat daar een aantal mensen bij elkaar staan. Dan zie ik dat ze gebak eten en er staan 2 gebaksdozen op tafel. Blijkbaar is er een feestje. Dan hoor ik Ahmeds stem achter me. Hij begroet mij hartelijk. “Goh, is er iemand jarig?”, vraag ik.. “Nee”, zegt Ahmed, het is mijn verlovingsfeest. Ik feliciteer hem hartelijk en we lopen samen op naar te tafel. “Is je verloofde er ook” vraag ik voorzichtig. Die vraag wordt ontkennend beantwoord. “Nee, zij zit nog in Marokko, zij woont daar” antwoord Ahmed. “Ik ben er net een weekje geweest en ik heb daar mijn verlovingsfeest gevierd. Over iets meer dan één jaar komt ze naar Nederland, tenminste als de zaken goed geregeld kunnen worden”. Er bekruipt me de gedachte dat ik dat raar vind. “Hij haalt zijn bruid uit Marokko. Dom eigenlijk voor iemand die al zo is aangepast en ingeburgerd. Waarom geen vrouw uit Nederland, sterker nog, waarom geen Nederlandse vrouw!”. Ik wuif die gedachte weg. “Eh, vraag ik schuchter”, heb je ook een foto van haar bij je, ik zou het leuk vinden haar te zien. “. Ahmed grijpt in zijn binnenzak en haalt daar een envelop uit. Uit die envelop pakt hij een foto ter grootte van een prentbriefkaart. Hij houd deze voor mijn ogen. Ik schrik een beetje. Op de foto staat een erg jong meisje, traditioneel gekleed, inclusief hoofddoekje. “Joh Ahmed, wat is ze jong” , zeg ik en ik besef me gelijk dat dit wel eens een hele verkeerde opmerking kan zijn. Maar Ahmed blijft serieus. “Ja ze is jong”zegt hij “dat komt bij ons meer voor”. “Hoe jong” vraag ik voorzichtig. “Ze is bijna zeventien”antwoord Ahmed. “Ik was in Marokko omdat ze voor me is voorbestemd. Ze is een verre nicht van me”. “Uithuwelijking?”zeg ik vragend. “Ja”antwoord Ahmed, “zo zou je het kunnen noemen”. “Oh..”zeg ik aarzelend en ik vervolg: “ik had toch nooit van jou verwacht dat je zo traditioneel was Ahmed. Nee, ik had eerder verwacht dat je een in Nederland afgestudeerde vrouw had, if in jouw geval, zou nemen”. Ahmed kijkt me met grote ogen aan. Hij glimlacht breed en terwijl hij me een stuk cake aanbied zegt hij triomfantelijk: “Aanpassen is prima, vooral als je als Marokkaan in het buitenland woont. Maar… tussen de lakens… heb ik liever geen aanpassing of emancipatie.

Ik sta verstomd, eet mijn cake op, geef Ahmed een hand en vertrek. In de auto doe ik de radio hard aan en ik neem me voor alle goede argumenten van Ahmed over diversiteit, te vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten