En als er niets meer rest,
dan het ruisen van mijn vragen.
De stilte doelloos is,
en nauwelijks te dragen.
Gedachten tergend sterven,
in een nutteloze droom
En woorden spreken
zonder ziel
in een constante stroom.
Dan ben ik niets,
en blijf ik stil.
Niets dat ik kan,
niets dat ik wil.
Bewegingloos,
van binnen
diep verward.
Herinner ik me slechts,
het eindeloos verlangen,
van mijn hart.
zaterdag 25 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten